17.209 Konijnen in de duinen
De konijnen worden geteld in een vaste route. De route is weer onderverdeeld in secties van ongeveer 0,5 tot 1,5 km (de combinatie van route en sectie levert een unieke code op die in de database ‘plot’ heet). Bij het uitzetten van de routes wordt er naar gestreefd om:
- alle aanwezige vegetatiestructuren van een gebied in de route te hebben vertegenwoordigd en
- binnen een sectie een homogene vegetatiestructuur te hebben.
De vegetatiestructuren zijn: bos/struweel, open duin, of afwisselend open duin en bos/struweel.
De tellingen worden uitgevoerd in voor- en najaar. Zowel in voor- als najaar worden daarbij 4 tot 8 tellingen verricht. De tellingen uitgevoerd in het voorjaar (2e helft maart-1e week april) zijn bedoeld om een indruk te krijgen van de populatie aan het eind van de winter, voor het reproductieseizoen. De tellingen in het najaar (3e week september-medio oktober) om de relatieve populatieomvang voor de wintersterfte te kunnen bepalen.
Geteld wordt één uur na zonsondergang langs een vaste route vanuit een langzaam rijdende auto. Het totaal aantal konijnen dat zichtbaar is in het licht van de koplampen (groot licht) wordt genoteerd op het niveau van de secties.
Het meetnet is een deelmeetnet binnen de Dagactieve Zoogdieren (DAZ).